April 2011 – TNO fase 1 rapport toont ernstige gebreken aan in bronsysteem aan, maar fase 2…

In de periode van januari 2011 tot april 2011 wordt er door TNO gewerkt aan rapport dat bekend zou komen te staan als het TNO fase 1 rapport. De fasering was noodzakelijk om überhaupt een onderzoek te krijgen, niet alle partijen wilde meewerken en door te faseren zouden alle problemen van de bron tot en met de bouwschil uiteindelijk in kaart gebracht worden. De conclusies van het eerste rapport van het onderzoek liegen er niet om, falende bronnen, warmtepompen die niet beveiligd zijn tegen invriezen, niet monitoren van het WKO systeem, een structureel hogere energievraag door niet vertalen van de uitgangspunten van het haalbaarheidsstudie van het project. Fout op fout stapelt zich op, maar wat is de oplossing… en vooral wanneer krijgen we een oplossing…

De opdracht aan TNO, gegeven in januari 2011, was om een onderzoek te doen van bron tot bouwschil om te achterhalen wat de problemen zijn met de keten van het systeem en welke mogelijke oorzaken daaraan ten grondslag liggen. Indien je de oorzaakt kent van het falen van het systeem kan je immers ook gericht naar oplossingen gaan zoeken.  Alle betrokken partijen waren het er over eens dat het van groot belang was dat het onderzoek door een onafhankelijke deskundige partij gedaan zou moeten worden. Enigszins vreemd is dat er al diverse rapporten bij Vitens liggen, zo zou later blijken waarin de mogelijke oplossingen reeds verkend werden, de mogelijke oorzaken al onderzocht waren en er waren zelfs al kostenschatting gemaakt van diverse scenario’s van herstel en beëindiging.

De uitkomst van het TNO fase 1 rapport is voor sommige partijen uitermate onplezierig. Het bevestigd dan wel wat de bewoners al jaren evaren een falend systeem, echter zoals je van TNO mag verwachten laat het rapport vooral zien wat de mogelijke oorzaken zijn. De aannemers lijken enigszins opgelucht dat de grote problemen blijken te zijn met de bodembronnen. De aannemers nemen dan ook onmiddellijk het standpunt in dat verder onderzoek geen zin heeft, immers de “oorzaak” van het probleem is gevonden en het leidt dan ook tot een patstelling. Volgens de aannemers is de tweede fase van het TNO onderzoek niet meer nodig, immers hun huizen zijn van goede kwaliteit. Niet dat dat ooit onderzocht is, maar deze opstelling verhinderd verder onderzoek in het voorjaar van 2011. Eat nu

 

Inmiddels (2012) heeft de Vitens aan TNO opdracht gegeven voor het tweede deel van het onderzoek dat bestaat uit het achterhalen waarom de warmtevraag uit de woningen vele malen groter is dan vooraf berekend. In het eerste rapport van TNO eindigde bij de warmtepomp in huis, belangrijke onderzoekspunten die in fase 2 thuis horen zijn, een onderzoek naar de bouwschil en de huiszijdige installatie (regeling en warmteafgifte systeem). De belangenvereniging de Teuge heeft altijd het standpunt aangehouden dat het onderzoek naar de problemen van bron tot bouwschil moet zijn. Reden hiervoor is simpel, alleen als alle schakels in de keten goed gefunctioneerd hebben was dit een duurzaam project geweest. Slechte of matige isolatie leidt tot een hoger energieverbruik, een slecht warmteafgifte systeem leidt tot verminderd comfort en pendelen warmtempompen leidt tot geluidsoverlast en tot vroegtijdige slijtage van de warmtepomp en een hoog energieverbruik.

Voor Vitens is de tweede fase van het onderzoek absoluut nodig om aan te tonen dat de problemen niet enkel oorzaak hebben in een slecht/niet functionerend bronsysteem, maar dat ook de andere schakels in de keten fouten bevatten. Met een compleet TNO rapport (fase 1 en fase 2) kan achteraf de verdeelsleutel bepaald worden door een onafhankelijk arbiter om zo de fondsen voor de ombouw netjes te verdelen over alle partijen.

Een aantal belangrijke conclusies uit het TNO rapport zijn:

  1. De uitgangspunten uit het haalbaarheidsonderzoek uit 2001zijn door de gemeente Zutphen op geen enkele manier vertaalt naar de eisen die aan het project gesteld zijn. Vitens heeft het bronssyteem te klein ontworpen. De woningen die gebouwd zijn mogen dan wel voldoen aan EPC normen, maar de energievraag is groter dan de uitgangspunten van het project. Hierdoor is er in het project structureel 45% meer energievraag dan het bronsysteem voor ontworpen is.
  2. De belangrijkste problemen die zich voordoen bij het bronsysteem zijn:
    1. structurele energieonbalans in de bodem;
    2. structurele overschrijding van de vergunde hoeveelheden water die opgepompt mochten worden (waterwet);
    3. onherstelbare bronverstopping bij 4 van de 5 bodembronnen.
  3. Opvallend aan het distributiesysteem is dat Vitens en BAM geen inzicht kunnen geven in het functioneren van de debiet- en temperatuurregeling. Het zogenaamd monitoren van het WKO systeem is nodig om te zorgen dat de bewoners conform afspraak warmte geleverd krijgen. Door het ontbreken van deze gegevens kan achteraf niet aangetoond worden dat de bron niet regelmatig ver onder de minimale temperatuurgrens gefunctioneerd heeft (minder dan 8 graden is leidt tot invriezen van de warmtepompen).
    Tevens betekend dit dat er bij grote storingen geen signalering richting de exploitant en beheerder BAM mogelijk is, waardoor storingen onnodig veel schade kunnen veroorzaken bij de bewoners.
  4. Door de monitoring van Alliander van het project zijn bij toeval gegevens van één winterseizoen aanwezig. En wat blijkt de aanvoer en retourtemperatuur geven een sterk wisselend beeld, waarbij de temperatuur van 9,5°C soms urenlang varieert tussen 8,5 en 9,5°C. En soms enige uren daalt naar lage waarden tussen de 4 en 6°C wat dan voor problemen zorgt. In dit laatste geval leidt dit tot storingen van de Inventum warmtepompen die in het overgrote deel van het project gebruikt worden. Ze vriezen in zo’n geval namelijk in.
  5. Op het water in het distributiesysteem is tot de zomer van 2010 geen waterbehandeling toegepast. Gebleken is dat onder andere magnetiet en slib in het distributiesysteem terecht is gekomen, die leidt weer tot het dichtslippen van filters, dit verhindert de doorstroming door de wamtepomp. Dat kan een andere mogelijke oorzaak tot invriezen en falen van de warmtepompen zijn..
  6. De ATAG (voorheen Inventum) warmtepompen blijken niet beveiligd te zijn tegen het invriezen, waardoor de warmtewisselaars kunnen invriezen. Als dit eenmaal gebeurt dan loopt de warmtepomp onherstelbare schade op. In dit project is sinds de start dit meermaals voorgekomen, mogelijk verklaart dit waarom er door het hele project heen warmtepompen zijn die vroegtijdig kapot gaan.
  7. De Stiebel Eltron warmtepompen blijken robuster aangesloten op het systeem. Echter hier blijkt het regelsysteem de woning in onvoldoende ontworpen te zijn en veroorzaakt het ontwerp daardoor comfort problemen op de etages. Mede door de volhardende houding en de bemiddeling van TNO is er een na 3 jaar sprake een voorstel dat mogelijk de “meeste” problemen die bewoners ondervinden zal oplossen. Echter tot op heden (lees: juni 2012) is in geen van de 37 huishoudens de besproken aanpassingen doorgevoerd.

Zo volgt er nog een hele waslijst aan conclusies die hebben geleid tot het falen van het systeem. Diegene die geïnteresseerd is kan dit nalezen in het onderstaande TNO rapport.

Mede naar aanleiding van de uitkomsten van het TNO rapport fase 1 wordt binnen het grote overleggroep, door alle partijen, besloten een technische commissie te vormen die samen moeten gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om tot een technische oplossing van alle problemen te komen.

Lees het complete TNO fase 1 rapport en trek je eigen conclusies

[gview file=”https://deteuge2.nl/wordpress/wp-content/uploads/20111222-TNO-fase-1-rapport-WKO-De-Teuge.pdf” save=”0″]